Tot onze knieƫn stonden we in het midden van de weide vol sneeuw
Als twee onbeschreven kinderen op een wit briefpapier
De ansichtkaart in de enveloppe
Dit moeten we overdoen !
We moesten maar eens naar zee
weg van al die peis en vree
’t water dragen naar ’t Noordzeestrand
Onze voeten ingraven
en dan wachten op de vloed
zeewieren langsheen scheenbenen
We spuwen in de omslag
De kleuren op de ansichtkaart mengen met het speeksel
flatgebouwen weerspiegeld op de groene bordeauxwijnfles
Je kan zo een fles zo hard als je maar kan op het zachte zand smijten ze zal altijd blijven drijven
Opgerold kan de enveloppe in de fles naar evenaar
Ik overdrijf
Twee stranden verder is ook al goed, of naar Dover
met haar witte kliffen
En onze neuzen in de wind
Land ten einde
Groetjes uit Oostende.
dinsdag 6 april 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)