dinsdag 6 april 2010

De golven en de omslag

Tot onze knieƫn stonden we in het midden van de weide vol sneeuw
Als twee onbeschreven kinderen op een wit briefpapier




De ansichtkaart in de enveloppe

Dit moeten we overdoen !

We moesten maar eens naar zee
weg van al die peis en vree
’t water dragen naar ’t Noordzeestrand

Onze voeten ingraven
en dan wachten op de vloed
zeewieren langsheen scheenbenen
We spuwen in de omslag

De kleuren op de ansichtkaart mengen met het speeksel
flatgebouwen weerspiegeld op de groene bordeauxwijnfles

Je kan zo een fles zo hard als je maar kan op het zachte zand smijten ze zal altijd blijven drijven
Opgerold kan de enveloppe in de fles naar evenaar
Ik overdrijf

Twee stranden verder is ook al goed, of naar Dover
met haar witte kliffen

En onze neuzen in de wind

Land ten einde
Groetjes uit Oostende.