woensdag 30 november 2011

bierviltje


Koffie valt dik en zwart op mijn lege maag. Waar ik zit, draait het om praten. Ik praat niet, ik schrijf op een bierviltje. De kruk heeft een ideale hoogte ten opzichte van de toog, waarop naast me mijn handschoenen liggen, haast perfect op mijn hoed. Toch doorheen de kakelende café-menigte hoor je nog een streepje jazz, maar ik zit alleen en plots breekt de stilte en breekt een glas wanneer het dramatisch valt, alsook de fractie van een seconde waarin alles verstilt en glasscherf na-trilt. Ritmisch verstrooid zoals de jazz ,zet iedereen zijn gesprek verder... 

donderdag 17 november 2011

Als er eens een 'er was eens' was die er geen was, dan was het vast een sprookje en helemaal niet verzonnen.

maandag 14 november 2011

Heremiet


Heremiet*

Je draait je om en ziet plots niet meer waar je vandaan kwam. Je ziet enkel nog waar je heen liep, alsof je door een grote reflecterende wand bent gelopen.

Je staat stil, hier en nu wordt je doel. Je voetsporen lopen wat door elkander, je weet plots niet meer waarheen je ging en waarom die duin aan de einder die je dacht dat achter je lag, zou kunnen vervangen wat je achter je liet.

Je ging, maar nu draait het enkel nog om gaan. Waarheen gaan… weggeraken uit een doolhof zonder muren.

Je telt je stappen tot 1000 passen richting de zon tot dat jou eigen voetsporen in het zand jou kruisen.

Je eigen schaduw wordt je richtingaanwijzer, maar wanneer ook die loodrecht vanuit de zon met je voetzolen samenvalt doet het je kantelen en knielen.

Zittend op je hurken, graaf je je handen in de twee kraters die je knieën in het zachte zand achterlieten. Je handen voelen nu koel aan en graven het hete zand weg tot een kuil. Deze kuil wordt een gat. Een gat in de aarde als een hol van een pelgrim. Vanuit je hol zie je geen onrustwekkende horizon meer. Stil schuiven de eerste avondsterren over je kraterrand.

Er zit woestijnzand onder je vingernagels en je proeft de zee wanneer je met de rug van je hand je mond afveegt en een zachte wind als in een schelp maakt haar hoorbaar rondom je.

Je wacht tot de maan opkomt en voort snelt naar haar hoogste punt, tot wanneer je ijlend en nat van het zweet dacht dat jij het was die met je maankoorts in een plas kwam te zitten, maar zoals haar magische aantrekkingskracht het grondwater omhoog zuigen kan, lik jij het zand op.



* Is een kluizenaar die zich terugtrekt in de woestijn als een heremiet in haar schelp, het woord heremiet komt uit het Grieks en betekent woestijn,.

zondag 6 november 2011

Il pleut sur les palmiers…


Il pleut sur les palmiers…
Er groeien palmbomen in een kasseienstraat, op een trapgevel staat een soldaat. De bladeren als parasols houden de bolle keien droog.  Het giet en portieken van huizen lijken dieper te zijn dan ze in werkelijkheid zijn. De soldaat is van graniet maar blinkt al erg lang niet meer en staat daar langer dan de warmbloedigheid dat toelaat te staan. Vereeuwigd als uit respect gekapt.
Hij weent niet. Hij traant. Hij regent ver boven die palmen uitkijkend.
                                               Il Pleut… 












Sphinx- Gent – 25/10/11

maandag 12 september 2011

zelfportret(?)

Tegenover mij in de trein zit een jongen,
hij lijkt op mij...
of toch een beetje,
ik nam een foto van zijn reflectie in het treinvenster.
Hij kijkt niet op naar me.

Amsterdam


Zacht zie je scheepjes in de grachten golven
zonder zorgen de stad door
bladgroen gaat over in geel en grijs verbergt het blauw
geen bergen in deze stad , de enige bergen zijn hier bruggen als lage heuvels over grachten in diepte onbepaald maar zijarmen reiken tot in verre stegen
een zwaan schikt zijn witte vederenkleed, het kleurt lichtjes roze
niet zeker  of het  de avond reeds is die de dag overvalt
of de nacht de ochtend niet losliet , sommige gordijnen sloten zich reeds andere waaien open en bloot naar je in een koele septemberwind

9/9/’11 Amsterdam

donderdag 17 maart 2011

| 99 | morgenvroeg >

Er valt een wimper op mijn papier en ik blaas ze eraf.
Er werd in de ogen gewreven door handen onder de inkt.
Als er iets niet genoeg gezegd werd dan was het wel , dat letterloos woord.

Negenennegentig keer ademen en dan in slaap vallen en weer wakker schrikken van dat vallen.
Schapen kijken je beroerd aan en grazen om je heen.
Eentje heeft een zwarte vlek op zijn rug. Uniek in zijn kudde als een inktvlek op een vel papier waar geen, of nog geen woord op staat. Even verderop staat er een herder die naar een wegwijzer wijst.






De zwarte vlek wordt een kraai, nee , hij is te klein voor een kraai, merels hebben gele snavels, dus dat moet het wel zijn . Hij zoekt naar rupsen die sprekend op wormen gelijken. Volgens een oud merelsgeloof geven deze krachten om ter plaatsen te kunnen fladderen , zoals vlinders en kolibries dat kunnen!

Contouren worden plots vetter en worden begrenzingen. De schapen worden groen en hun pootjes stammetjes van lage struikjes.
Te veel groen maakt je onrustig en doet bloed in je aderen agressiever stromen, naar vingertoppen en andere ledematen en ook je oren gloeien rood op.

Drie, twee, een, ... , een, twee, drie, ...