donderdag 17 maart 2011

| 99 | morgenvroeg >

Er valt een wimper op mijn papier en ik blaas ze eraf.
Er werd in de ogen gewreven door handen onder de inkt.
Als er iets niet genoeg gezegd werd dan was het wel , dat letterloos woord.

Negenennegentig keer ademen en dan in slaap vallen en weer wakker schrikken van dat vallen.
Schapen kijken je beroerd aan en grazen om je heen.
Eentje heeft een zwarte vlek op zijn rug. Uniek in zijn kudde als een inktvlek op een vel papier waar geen, of nog geen woord op staat. Even verderop staat er een herder die naar een wegwijzer wijst.






De zwarte vlek wordt een kraai, nee , hij is te klein voor een kraai, merels hebben gele snavels, dus dat moet het wel zijn . Hij zoekt naar rupsen die sprekend op wormen gelijken. Volgens een oud merelsgeloof geven deze krachten om ter plaatsen te kunnen fladderen , zoals vlinders en kolibries dat kunnen!

Contouren worden plots vetter en worden begrenzingen. De schapen worden groen en hun pootjes stammetjes van lage struikjes.
Te veel groen maakt je onrustig en doet bloed in je aderen agressiever stromen, naar vingertoppen en andere ledematen en ook je oren gloeien rood op.

Drie, twee, een, ... , een, twee, drie, ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten