dinsdag 30 november 2010

Nachtpauwoog

Rondom de lantaarns in het park.

Net buiten het bereik van het licht.

Zwermen als leden van een sekte van mannelijke nachtvlinders,

Met pauwogen op hun open vleugels verleiden ze jongere soortgenoten in een dans langs lantarenpaal omhoog.

Als in trance danst een zenuwachtig duo

Dichter richting ’t licht en worden té licht, worden opgeslokt in negatief,
wit wordt zwart

als twee witte lichtwezentjes in een donker vlak
in een claustrofobische eenwording.

Té zwaar,

Oververhit. Witheet.

Naar beneden vallend

vang ik ze op, ze gloeien na, ze flikkeren nog, hun kleuren schiften tot ze rillend normaliseren en hun vleugels dichtdoen.

Ik blaas ze koelte toe en ze verliezen stof, wat van hun kleur, op mijn hand.

Gekwetst. Ze wankelen mijn middelvinger op en vallen half, fladderen dan richting een donker hoekje weg.

Ik dwaal verder langs het parkpad, mijn blik is strak en naar de lichtpunten boven mij gericht.

Als langs vuurtorens vaar ik veilig langs de rotsen weg terug naar een rustige avondhaven.  

zaterdag 25 september 2010

Ik doorklief rotsen en steen
tunnelend over ijzer
zweef ik over de onder mij meanderende
rivier, rechtdoor over onderdoor slingerend
langsheen Ardeens dorpje met
kerkje zoals je ze in elk Waals dorpje
wel een replica van ze hebt staan, maar je
gelooft dat dit het originele is.

Ik kijk doorheen druppels naar een
omgekeerde wereld waar grijze grond tegen
een bruin groene lucht afsteekt, zo ook steken
de kerktorentjes , modern uit jaren'70
of eeuwig hetzelfde
uit tijden van verloren geloof (uit de lucht omlaag).

Vandaag geloof ik in regen , doorheen druppels op het venster als beeltenis van de hemel op aarde. 

vrijdag 3 september 2010

Het verdronken land van België

De koning is moe, koning te zijn
hij wil toch zo graag op vakantie
want het regent en de hemel is al meer
dan twee maanden grijzer dan zijn haar.

De koningin is het moe en
heur haar wordt te stoffig
van te lang binnen zitten wachten
op haar koninklijke coiffeur.

"Als't stopt met regenen ,
zal ik stoppen met regeren" smeekte de koning.
Het land der drenkelingen was reeds verzonken.

3 september 2010 - Preformateur Di Rupo gaat
weder-of-geen-wederom naar de koning om meer regen vragen.

donderdag 26 augustus 2010

Westenwind

Al staand op't eind van het staketsel (dichter dan dat geraak ik niet bij jou) laat ik hem in mijn oren ruisen.

Ik roep je naam naar de wind en vroeg hem dan al fluisterend de klanken mee te voeren,
transatlantisch ver,
tot tussen die hoge muren met honderden vensters.

Afgezwakt wiegen de klanken
als op vertrouwde golven
je galioen naar je droom
zacht door die metropolische nachten in dat bolwerk van westerse beschaving.

Ik zou je naam in de wind roepen en dan de klanken laten meedrijven tot ze je bereiken,
maar de wind waait naar het oosten
waar ik weldra eens heenga, de wolken achterna, transcontinentaal.


't gaat je voor de wind... dat hoorde ik in 't ruisen.

dinsdag 24 augustus 2010

Wolkenwaterspiegel

Overdreven wolken dreven
in hoeveelheid
droog over mijn hoofd
en jij keek naar mijn hoofd
jij las mijn houding
DROMER
jij droeg in je hand een emmer
WATER
mijn ogen daalden en in een beweging ging
mijn mentale fotocamera
beeld achter beeld
een kortfilm draaien
DROGER
jij doofde je sigaret in je emmer
ROKER
rimpeloosss(uitge)sssist
de wolken(waterspiegel)
droegen heel vlug de wind
en de geïnhaleerde warmtewolk
uit in mijn gezicht.

maandag 16 augustus 2010

Safari

We dreven door de stad...
rondom ons witte bootje dansen de meeuwen op de lichtjes kolkende grachten
"ze lachen" zei ze me
"meeuwen zijn heel gemene vogels" zei ik tegen mezelf
ze keek op van haar verdwaalde blik en met haar hoofd schuddend dacht ze

woordenloos over hoe ze bewogen en de vleugels de lucht naar het water toe duwend en golven makend en de wolken doen kolken en
kijk
ze bewogen naar hoe ze dacht dat ze bewogen
magisch synchroon
en ze vlogen over haar heen naar boven, over de hoofden aan wal tot over trapgevels
tot nog hoger ze maar een puntje meer waren , zoals het zwarte puntje op hun snavel

zij werd ook voor hen een detail

er valt lichte motregen
ze opende haar paraplu en de lucht werd zwart
een zwart rondje op een witte snavel op het water

Eerder :

een platgereden meeuw naast een pakje friet op een parkingplaats
werd aasgierig door een soortgenoot verorberd als wansmakelijk middagmaal

Later :

we dreven verder tussen de meeuwen
alsof op safari
meeuwen werden plots de leeuwen
en ze lachen , zei ze ,
en ze doen kunstjes in de lucht

dinsdag 1 juni 2010

De man zonder pleinvrees

Dronken danst de dwaas de zondag op het plein
De vlakke zon staat hoog ’t, alcohol promille kokend
Als een reuze zonnewijzer peilt de kerk torenhoog
boven deze dagdroge droomdrager

Wijs wilt hij wijsvingerig terugwijzen naar daar wat bovenhoofden gouden haan gekraaid heeft
maar waar arm de pint te hoog tilde daar wees hij
(daar de zwaartekracht hem te machtig)
waar de lange slagschaduw geworpen de straatstenen bekoelde

Geen pater heeft nooit zulk een kater
maar ontnuchterd en geworpen als een gelaten gek lam
aanstellerig op stuntelige stelten
danst hij op zijn stukgesmeten lantaren scherven
dolend doelloos
spelend met zijn slagschaduwspel

Elke poging tot vallen mislukt
elke neerwaartse beweging steeds opgenomen in een opwaartse,
die de borstkas pompende opdrukt
alsof een dronkkenmansritueel daar de zon smeekt om hem te verdampen!

Paserend, richten schuddend passanten hun hoofden omhoog
er passeert een wolkenkasteel
alleen wie wil, ziet dat torenkanteel
en aldaar houdt de nar zijn betoog.

maandag 24 mei 2010

Middernacht treinvensterzelfportret

Het is (0:09) nul uur negen
fijne regen
als zweepslagen op de ruit
kleine druppeltjes spreiden zich uit.

eindeloos turen
van het volgen van geluiden
tot het ritme vinden in voorbij zoevende lichtflitsen

soms is het volledig een spiegel
geen lichtjes in het zwart,
dan lijkt het achteruit
wanneer je rijdt,
toch vooruit blijkt.

dinsdag 6 april 2010

De golven en de omslag

Tot onze knieën stonden we in het midden van de weide vol sneeuw
Als twee onbeschreven kinderen op een wit briefpapier




De ansichtkaart in de enveloppe

Dit moeten we overdoen !

We moesten maar eens naar zee
weg van al die peis en vree
’t water dragen naar ’t Noordzeestrand

Onze voeten ingraven
en dan wachten op de vloed
zeewieren langsheen scheenbenen
We spuwen in de omslag

De kleuren op de ansichtkaart mengen met het speeksel
flatgebouwen weerspiegeld op de groene bordeauxwijnfles

Je kan zo een fles zo hard als je maar kan op het zachte zand smijten ze zal altijd blijven drijven
Opgerold kan de enveloppe in de fles naar evenaar
Ik overdrijf

Twee stranden verder is ook al goed, of naar Dover
met haar witte kliffen

En onze neuzen in de wind

Land ten einde
Groetjes uit Oostende.

woensdag 24 maart 2010

waar gaan we naar toe ?

> naar de winkel...

gaan we daar gevoelens kopen ?

> nee , chocolade...

donderdag 18 maart 2010

Gisteren


heel de dag de dag bedacht
dat die de vorige voorbijging
stak de stekker niet in
gewennen aan ontwenning
traag verglijden van tijd en minimale ruimte
twee maal meer maaltijden nemen
te weinig drinken maar toch verdrinken

wel degelijk niets doen!

maandag 15 maart 2010

De man die het strand droeg

Een dijk en een miniatuur woestijn
barokke bewegende wolken
het kolken van de golven
repetitief verschijnen en verdwijnende
geometrische curven in het vervlakte zand

de omgekeerde wereld draagt hij onbewust,
Atlas, op zijn rug
daagt uit de droom te dromen
reflecteert 't daar 't staketsel
verwarde het de structuur

het dragen van tijd
als een rugzak op de rug van de reiziger zonder doel
antiek gekaderd
verschijnt het voor je
wat een surrealist
omschreef als een list.

http://jonasvansteenkiste.blogspot.com/2010/03/ill-be-your-mirror.html

zaterdag 27 februari 2010

een lichtgroen vermoeden

Hevig licht zonlicht doorheen lichtblauwe gaten in donkerwolken
                                                                                                    in
                                                                                                    natte dagen
Uitgewaaid
                     als een herfstblad aan het einde van de winter

Positieve temperaturen doet hoop op leven onder hoeden


Merels verkondigen het
in sluimerend ochtendlicht
het donsdeken licht lichter bij zonsopgang
in nieuw licht gevoel overstroomd de aderen

Het winterkoninkje in memoriam tjilpend
alle vroege vogels ophitsen
die in de koelte het park door fietsen
hyacintenstuifmeel opsnuivend

Onbewust een glimlach wenken
en een lichtgroen, nieuw seizoen vermoeden

zondag 21 februari 2010

Zandkastelen

De koning in zijn eigen kerker verbannen

daar, om zijn zoon niet te kunnen
ontmantelen
uien etend en draagt geen kroon
en verdaagt hij traan en toorn

daar, waar naaktheid zonder troon
blootsvoets als naast de slotgrachtdijk
na hevig regenen alles spiegel lijkt
gezeten alsof wachtend zo vroom

Galant draait eromheen
uitgedost in goudgeel
een geloofwaardigheidsbekleder
die rinkelend kleine belletjes en melodieus gefluit
dansant te berde brengt

Het zachte plenzen van lachopwekkende bewegingen
golven uit tot tendensen in helend spelen
als over de golven springen
zonder de omslaande koppen te raken
zandkastelen maken en ze dan
laten aanvallen door naderend water
enkelhoog opspattend
opgedroogd proefde alles zout
huid kleurt goud
waar egaal gewassen
 zacht en onverwacht daar weer
     eb abstract bracht en
waar vloed vervlakte.

Twee manen

Twee manen
elkaars evenbeeld ...
gespiegeld in het watervlak
de wind
            schitterende kringen als
wolken die langzaam             weg-
drijven en weg-
                        ebben
                                  verder weg
                                                   de nacht inslaan...

donderdag 18 februari 2010

uil en spiegel

Een druilerige uil op een spiegellijst kijkt met één oogje scheel naar jou...


Drentelend drempelend

Een zebra op stilletto's steekt de straat over
ze keek niet links , niet rechts
tussen betonnen bomen is het ongevaarlijk

Je draait je om
en in het etalageraam weerspiegel je je
en daar zit hij weer scheef nu want nu je schouders hangen


In lagen behangen op een vochtige muur
dubbele beglazing vervormt je gelaat
bevroren beeld van een waterspiegel figuur

Bij het opvliegen valt je paraplu open die zich in een plotse regenbui vult
“Oehoe…”

“Who ?” : roep je omhoog, mantelpakje, het grijs in.

zondag 7 februari 2010

sepia schapen

Geschapen om te beminnen wat we geschapen hebben
en schapen geven ons wollen dekens in onze handen
we dekken ons eronder
het wordt een lappendekenlandschap
waar zachtjes oldtimers van naad naar naad alsof over wegen bewegen
in sepia
vertraagde tijd verstilt tot een tijdsbeeld gestileerd in een gouddraadmotief.

woensdag 6 januari 2010

Cactussenverzet

Door koffie doorlopen trillen de oogleden

bakstenen kraken en raken mijn maagwand
zou het wel lukken met deze bitterheden
zo de dagen des blauwe thermometerstand
uit mijn, warm te houden, lichaam te bannen?


Vorst verloor achter enkel glas een oorlog met chauffages
aangeslagen teruggeslagen
teruggetrokken achter de kadrages.

Straatstenen hard gemarmerd
ver weg van mijn vensterbanktablet
en het cactussenverzet.